De EU heeft de regels voor Europese ondernemingsraden (EOR-en) aangescherpt. Aanleiding was dat EOR-en in de praktijk vaak te laat, te weinig of zonder echte invloed werden geïnformeerd en geraadpleegd. De nieuwe richtlijn versterkt de positie van werknemersvertegenwoordigers bij grensoverschrijdende besluiten.
Wat gaat er veranderen?
- Allereerst een verduidelijking van het begrip ‘transnationaal’. Wanneer is hiervan sprake?
-
- het werknemers raakt in meer dan één EU-lidstaat, óf
- het formeel één land betreft, maar feitelijke gevolgen heeft in andere landen
Hierbij valt te denken aan reorganisaties, uitbesteding en sluiting.
Een bedrijf kan een onderwerp dus niet meer eenvoudig als “nationaal” wegzetten.
- Een verbetering van de Informatie en raadplegingspositie van de EOR
-
- Informatie moet tijdig, volledig en passend worden gegeven.
- Raadpleging moet plaatsvinden vóórdat het besluit wordt genomen.
- De EOR heeft recht op een gemotiveerd schriftelijk antwoord van het bestuur.
- Raadpleging vindt plaats binnen een redelijke termijn, rekening houdend met urgentie.
Het is derhalve niet meer toegestaan om de EOR achteraf te informeren.
- Een sterkere positie van EOR en BOG
-
- Het hoofdbestuur moet voldoende vergaderingen organiseren om echt tot overeenstemming te kunnen komen. Deze mogen fysiek, digitaal of hybride zijn.
- De redelijk door de EOR of BOG te maken kosten worden vergoed door het hoofdbestuur. Het gaat dan om de volgende kosten:
- de inzet van deskundigen, waaronder juristen
- het volgen van scholing met behoud van loon
- De genderbalans binnen de bijzondere onderhandelingsgroep, de Europese ondernemingsraad en het eventueel beperkte comité moet op peil zijn. Het streefdoel bedraagt minimaal 40% vrouwen en 40% mannen in voornoemde gremia. Afwijking mag, maar moet schriftelijk worden gemotiveerd.
- De vertrouwelijkheid van het overleg wordt nader gereguleerd. Vertrouwelijkheid mag alleen bij het bestaan van een gerechtvaardigd bedrijfsbelang. Daarbij ligt de plicht bij het bestuur om bij het opleggen van vertrouwelijkheid uit te leggen waarom informatie vertrouwelijk is en voor hoe lang deze opgelegde vertrouwelijkheid geldt. Volledige weigering van het verstrekken van informatie mag alleen als verstrekking het bedrijf ernstig zou schaden.
- Betere rechtsbescherming en sancties van EOR- en BOG-en. Er komt een betere toegang tot de rechter, waarbij procedures tijdig en effectief moeten zijn. Daarbij worden redelijk te maken proceskosten vergoed. Op de lidstaten rust de plicht om bij overtreding sancties op te leggen.
- Bedrijven die nog gebruik maken van de uitzonderingspositie omdat ze gebruik maken van EOR-overeenkomsten die zijn afgesloten van voor 1996 of 2009-2011 zijn niet langer vrijgesteld.
Deze richtlijn moet uiterlijk 1 januari 2028 zijn geïmplementeerd in nationale wetgeving en zijn van toepassing per 2 januari 2029. Het hoofdbestuur, de EOR of 100 werknemers uit tenminste 2 Lidstaten kunnen een verzoek indienen om tot een nieuwe overeenkomst te komen die voldoet aan de nieuwe eisen. Dit overleg moet binnen twee jaren leiden tot overeenstemming. Wanneer dit niet lukt, dan gelden de minimumnormen die in de richtlijn zijn opgenomen.
Op dit moment zal de wetgever dit moeten implementeren in de bestaande wetgeving.
Meer weten? Neem contact op met Steven Jellinghaus en/of Maarten van Kempen