Naar het publicatieoverzicht

Op 1 januari 2020 treedt de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (WNRA) in werking. Voor ambtenaren die vanaf volgend jaar als gevolg van de WNRA werknemer worden, zullen de arbeidsvoorwaarden gelijk blijven. Op het eerste oog verandert er dus niet zoveel, maar een heel nieuwe set van arbeidsrechtelijke regels zal voor hen gelden, waaronder Europese regelgeving.

Hoewel lange tijd de mening breed werd gedragen dat ambtenaren vanwege hun werkzaamheden voor de overheid een bijzondere positie zouden moeten hebben ten opzichte van ‘gewone’ werknemers, komt hier nu toch verandering in. Voorheen overheerste de gedachte dat ambtenaren niet op gelijke voet met de overheid kunnen contracteren, omdat de overheid het algemeen belang dient. In die situatie vond men het niet passen dat de overheid en een ambtenaar een arbeidsovereenkomst zouden sluiten alsof zij twee gelijke partijen waren. Toch kwam de vraag steeds meer naar voren, wat nu precies de reden was om de twee verschillende systemen die van toepassing zijn op een ambtenaar en een werknemer in stand te houden. Vooral omdat beide systemen uiteindelijk hetzelfde beogen te regelen: namelijk de arbeidsverhouding tussen een werknemer/ambtenaar en zijn werkgever/de overheid. Dit initiatief wetsvoorstel, dat inmiddels tot wet is geworden, brengt de rechtspositie van de ambtenaar in overeenstemming met de rechtspositie van de werknemer.

Verschillende groepen ambtenaren

Niet iedere ambtenaar wordt na 1 januari 2020 een werknemer. Er is allereerst een groep ambtenaren die ook na inwerkingtreding van de WNRA ambtenaar zullen blijven met een publiekrechtelijke aanstelling. Dit zijn de ambtenaren die werken voor de politie, de rechterlijke macht en defensie. Daarnaast is er een groep ambtenaren die na inwerkingtreding van de WNRA weliswaar nog wel voor een overheidswerkgever werken, maar niet langer op basis van een publiekrechtelijke aanstelling. Dit is de groep ambtenaren waarvan de rechtspositie zal worden ‘genormaliseerd’. Na 1 januari 2020 werken deze ambtenaren nog steeds voor een overheidswerkgever, maar dan op basis van een civielrechtelijke arbeidsovereenkomst. Het gaat hier om de groep ambtenaren die werken voor de rijksoverheid, provincies en gemeenten. Ook is er een groep ambtenaren die na de inwerkingtreding van de WNRA niet meer werkzaam zijn op basis van een publiekrechtelijke aanstelling én niet meer voor een overheidswerkgever werkzaam zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor de ambtenaren die werken voor een groot deel van de universiteiten in Nederland. Tot slot is er een groep ambtenaren die nu op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn voor een werkgever, welke werkgever na 1 januari 2020 een overheidswerkgever wordt. Zij behouden dus hun arbeidsovereenkomst, maar krijgen wel de status van ambtenaar in de zin van de nieuwe Ambtenarenwet. Dit betreft werknemers in dienst van de AFM, het UWV en de SVB.

Aanstelling naar arbeidsovereenkomst
Voor de ambtenaren die na 1 januari 2020 werknemer worden, zal in eerste instantie materieel gezien weinig veranderen. Hun huidige arbeidsvoorwaarden worden beleidsarm – dat wil zeggen zonder inhoudelijke wijzigingen – omgezet naar de nieuwe juridische ‘verpakking’ zoals die op hen van toepassing wordt. Ambtenaren hebben nu nog een publiekrechtelijke aanstelling bij een overheidswerkgever. Die publiekrechtelijke aanstelling is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtspositie van ambtenaren is verder neergelegd in verschillende rechtspositieregelingen. Na inwerkingtreding van de WNRA, zullen deze ambtenaren werknemers worden die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn van hun werkgever.

Downloaden als PDF

Auteur: Michelle Maaijen

Pallas heeft een gevarieerde nationale- en internationale praktijk, dat zorgt ervoor dat wij vragen altijd vanuit meerdere invalshoeken kunnen benaderen. Dat komt de kwaliteit van ons werk en onze adviezen alleen maar ten goede.

Meer over Michelle