Naar het publicatieoverzicht

Een werkgever kan er belang bij hebben dat een werknemer die zijn bedrijf verlaat, nadat hij het bedrijf heeft verlaten bepaalde dingen niet doet. Zoals bijvoorbeeld het delen van bedrijfsgeheimen van zijn ex-werkgever met derden (geheimhoudingsbeding), het in dienst treden bij de directe concurrent van de ex-werkgever (concurrentiebeding) of ex-collega’s bewegen om ook in dienst te treden bij zijn nieuwe werkgever (sollicitatiebeding). Om dit doel te bereiken kan in de arbeidsovereenkomst een beding worden afgesproken met de werknemer, die hem beperkt in zijn doen en laten na het einde van de arbeidsovereenkomst.

Werkgevers hebben de mogelijkheid om hun bedrijfsbelangen te beschermen, door met werknemers een beding overeen te komen dat hen beperkt om bedrijfsgeheimen te delen met derden en/of op bepaalde wijze werkzaam te zijn na het einde van de arbeidsovereenkomst. Om dit doel te bereiken is het wel van belang dat het beperkende beding goed wordt geformuleerd. Voor een concurrentie-, relatie- en anti-ronselbeding geldt dat dit in beginsel alleen kan worden overeengekomen in een contract voor onbepaalde tijd. Indien een werkgever zwaarwegende bedrijfsbelangen heeft om een dergelijk beding in een contract voor bepaalde tijd op te nemen, is dat in sommige gevallen mogelijk. Echter, ook voor deze bedingen geldt dat een goede formulering belangrijk is. Het beperken van een werknemer in zijn doen en laten na de arbeidsovereenkomst, moet dus niet te lichtvaardig worden opgevat.

Downloaden als PDF

Auteur: Michelle Maaijen

Pallas heeft een gevarieerde nationale- en internationale praktijk, dat zorgt ervoor dat wij vragen altijd vanuit meerdere invalshoeken kunnen benaderen. Dat komt de kwaliteit van ons werk en onze adviezen alleen maar ten goede.

Meer over Michelle